Willem Wilmink, initiatiefnemer en naamgever van de Willem Wilmink Dichtwedstrijd, schreef een humoristische brief in dichtvorm.

Het gedicht Op de fietse van Herman Finkers is aangebracht op een muur in de Grotestraat-Noord, waar sinds een paar jaar mag worden gefietst.

Twee dichtregels uit Leeftocht van schrijver Adriaan van Dis (1946), aangebracht op een flevelhuisje.

Het gedicht Gravenallee, van de hand van Hanneke van Schooten (1946), bevindt zich bij een der toegangen tot de gelijknamige lommerrijke laan rond Huize Almelo.

Een ode aan hen die lezen; het gedicht is zichtbaar is vanuit de Bibliotheek Almelo.

Het vijfde gedicht is Klein museum van Hendrikje Koersen (5 mei 1944) pseudoniem van Henny Smit...

Het vierde gedicht, een titelloze haiku, is van de dichter Tjitske Jansen (1971), voormalig gastdichter van de Willem Wilmink Dichtwedstrijd.

Het vierde gerealiseerde gedicht is Uit het oog van Toon Tellegen (1941, arts, schrijver en dichter.

Het derde gerealiseerde gedicht is van de dichter C.O. Jellema en is getiteld Geit (1936 - 2003). Het is aangebracht op een zijmuur van een pand aan de voormalige veemarkt.